Guido van der Wedden
Het spoorwegviaduct in Delft wordt komende tijd vervangen door een spoortunnel. Dit gaat gepaard met grootschalige herinrichting van de spoorzone. Eén van de meest in het oog springende bovengrondse wijzigingen betreft de aanleg van een singel ter plaatse van de huidige Phoenixstraat, vanaf de Binnenwatersloot tot aan de Wateringsevest/Kampveldweg. Het spoortunnelproject biedt een mooie kans om de vaarverbinding tussen Buiten- en Binnenwatersloot te herstellen, een aantrekkelijk Stadskantoorplein te maken en het Bolwerk opnieuw in te richten. Kleine scheepjes op onze grachten verlevendigen het stadsbeeld en geven het water zijn functie terug, maar er zijn meer argumenten.
Toekomstige situatie Bolwerk biedt mogelijkheid voor herstel vaarverroute de stad in.
Nieuw entree voor de stad = hersteld historisch stadsgezicht
Het terugbrengen van deze situatie is min of meer het herstel van de situatie met Bolwerk en de originele Waterslootse brug van het stadsgezicht van 1930. Als straks het nieuwe station/stadskantoor af is, wordt de route vanaf het nieuwe Stadskantoorplein over de nieuwe bruggen bij het Bolkwerk naar de Binnenwatersloot de nieuwe toegang tot de stad. Het gezicht op deze Waterslootsebrug is het eerste wat toeristen van onze historische stad zien.
Het historisch aanzicht van een herstelde Waterslootsebrug waar je half onder door kan kijken past veel beter bij onze historische stad dan het lage, platte, ondoorvaarbare en donker gat van een duiker.
Veiliger de stad in en uit met kleine schepen
Kleine schepen met ontheffing (zoals de watertaxi) en kano’s die het centrum van Delft in of uit willen varen, moeten nu via de Kapelsebrug de stad in of uit. Als ze hier naar buiten varen, kunnen ze de grote Binnenvaartschepen op het Rijn-Schiekanaal moeilijk zien. Dit levert gevaarlijke situaties op. Een vaardoorgang van de Buiten- naar de Binnenwatersloot is hiervoor een goede oplossing. Kleine schepen komen dan op de Westsingelgracht terecht, waar geen grote binnenvaartschepen varen. Ze kunnen dan bij de Zuidkolk het Rijn-Schiekanaal op varen, waar het zicht veel beter is en meer ruimte beschikbaar. Dit komt de veiligheid ten goede.
Meer vaarroutes binnenstad
Het aantal vaarroutes in en om Delft is beperkt. Deze nieuwe verbinding zorgt ervoor dat het mogelijk is om vanuit de binnenstad bijvoorbeeld de watertaxi naar het Prinsenhof of Molen de Roos te nemen.
Het exploitatiepunt voor de watertaxi moet dichtbij het nieuwe station komen, zodat bezoekers bij het station direct voor een watertaxi kunnen kiezen bijvoorbeeld naar hun hotel of andere bezienswaardigheden. Ze kunnen dan ook via deze brug de stad in varen, in plaats van om te moeten varen via het Rijn-Schiekanaal (ook veiliger, zie hierboven). Dit alles betekent meer levendigheid op het water in onze binnenstad.
Mogelijkheden onderzocht door Ontwikkelbedrijf Spoorzone Delft
In juni heb ik dit idee geopperd bij het Ontwikkelbedrijf Spoorzone Delft (OBS). Zij hebben e.e.a. uitgezocht en op 24 maart hebben zij hun conclusies met de Vereniging Regio Water, de watersportvereniging en mij besproken. Technisch is het mogelijk, maar het huidige contract van de spoortunnel voorziet in een duiker, niet in een brug. Daarnaast is er, uitgaande van het maaiveld zoals dat in het huidige ontwerp zit en met de aanwezige kabels en leidingen die de brug moeten kruisen, weinig ruimte om doorvaarthoogte te creëren.
Ik heb betoogd dat als er voor gekozen wordt de Waterslootsebrug te herstellen als een boogbrug zoals de andere bruggen in de Delftse binnenstad, en het maaiveld dus lokaal hoger wordt, er wel genoeg doorvaarthoogte (circa 1,0 m) gerealiseerd worden. Ook de Kapelsebrug blijft immers doorvaarbaar (met tram erover). Het kan dus wel.
Dit verdient het dus om nader uitgezocht te worden.
Op de onderstaande foto is te zien dat het oorspronkelijke profiel van de Waterslootsebrug hiervoor genoeg ruimte biedt:
Restje Waterslootsebrug anno 2010: genoeg ruimte voor kleine scheepjes.
Kabels en leidingen ter plaatse van de huidige Waterslootsebrug
Historie Waterslootsebrug
Hoe zag dat historisch stadsgezicht er uit? Hieronder een korte geschiedenis van de Waterslootsebrug in de 20ste eeuw: in het verleden konden kleine schepen vanaf de Buitenwatersloot via de Waterslootsebrug de Binnenwatersloot op varen.
De Waterslootsebrug omstreeks 1931 (bron: gemeente Delft)
Met de aanleg van het spoorwegviaduct langs de binnenstad werd de singel gedempt en de Waterslootsebrug vervangen door een duiker.
De Waterslootsebrug tijdens het vorige spoorproject, 1960 (bron: gemeente Delft)
De Waterslootsebrug is nog net te zien voordat hij verdwijnt bij de bouw van het spoorviaduct in 1966 (bron: gemeente Delft)
Een stukje van de Waterslootsebrug, met daarin het begin van de 30 meter lange duiker, is nog te zien aan de kant van de Binnenwatersloot.
Restje Waterslootsebrug anno 2010: met het begin van de duiker in zicht.
Aan de kant van de Buitenwatersloot is de duiker goed te zien:
Duiker van Buitenwatersloot naar Binnenwatersloot.
Weergaven: 1425
Tags:
Tijdens het Stadslab Water in april 2013 werd dit idee in meerdere groepen als waardevolle en unieke kans benoemd.
Zie verder ook het bericht Duiker Binnenwatersloot-Buitenwatersloot elders op deze site.
Inmiddels heeft het college van B&W, naar aanleiding van vragen van de raad na het stadslab, een teleurstellend antwoord geformuleerd op de vraag of deze vaarverbinding hersteld kan worden.
Delft geeft blijk van een gebrek aan visie door geen verbinding te willen maken tussen de spoorzone en de stad en gaat volledig voorbij aan de eenmalige kans die hier ligt. Een kans die toch heel profitabel kan zijn vanuit ruimtelijk, toeristisch en economisch oogpunt. Door de raming hoog te stellen (veel hoger dan Crommelin), laat het college zien dat de wens ontbreekt om van Delft een waterstad te maken, ondanks de mooie woorden in de notitie "Binnenstad vitaal en gastvrij" waarin staat:
“Delft maakt werk van water. Dit staat hoog op de politieke agenda. Ter versterking van een toegankelijke binnenstad zien wij ook kansen in het bevorderen van watertoerisme.
Bij het bevorderen van watertoerisme is samenwerking van belang. De ontwikkeling van locaties voor aanlegplaatsen – de belangrijkste sleutel voor groei – is afhankelijk van particuliere partijen. De gemeente stimuleert mogelijkheden waarbij een kleine investering tot een groot rendement leidt of die kunnen worden uitgevoerd als onderdeel van andere grootschaliger projecten.”
Jammer dat dit college de geschiedenis in zal gaan als het college dat een unieke eenmalige kans heeft laten schieten in plaats van dat het in tijden van bezuinigingen toch nog enige waarde aan de stad weet toe te voegen.
Vandaag is vanuit het Expertise Platform Water onderstaande brief verstuurd aan de deelnemers om hen over de uitkomst m.b.t. de verbinding Buiten- Binnenwatersloot te informeren:
Delft, 27 juli 2013
Geachte deelnemers aan het Stadslab Water,
Op 3 april van dit jaar hebben wij met u samen geconfereerd over te ontwikkelen waterbeleid in Delft, in relatie tot het versterken van de stedelijke economie via intensivering van het toerisme en het vergroten van de toegankelijkheid tot de stad via het water. Delft waterstad is tenslotte een eeuwenlang gekend begrip en niet voor niets was in Delft een kamer van de VOC gevestigd. Op 20 april hebben wij u het verslag met de resultaten van het stadslab toegezonden.
Een van de belangrijkste aanbevelingen betrof het herstellen van de (water) toegang tot de stad via de verbinding Buitenwatersloot –Binnenwatersloot. De kans (once in a lifetime) daartoe deed zich voor omdat gewerkt wordt aan de spoorzone en de aanwezige duiker in het kader van die werkzaamheden toch vervangen moest worden. Door een gefaseerde aanpak konden daarbij ook de kosten in de hand gehouden worden. Betrouwbare schattingen waren dat de kosten van een eerste fase van vervanging van de duiker maximaal € 100.000,- zouden kunnen belopen, maar dat deze door de nodige efficiency-maatregelen ook nog wel omlaag zouden kunnen worden gebracht.
In de afgelopen maanden hebben wij intensief samengewerkt met de gemeente en de spoorzone-partijen om deze ontsluiting tot stand te brengen. Helaas heeft het College van B&W er vorige maand voor gekozen om de kans niet te nemen. In plaats van te kiezen voor een gefaseerde aanpak heeft het College voor een totaalaanpak gekozen. Het College becijfert de - daardoor uiteraard initieel veel hoger uitkomende - rekening maar liefst op ca. € 400.000,- (zie bijgevoegde brief College). Wij betreuren het dat het College deze eenmalige kans niet heeft durven grijpen.
Onlangs heeft het College ook een brief aan de Raad gericht aangaande de overige aanbevelingen uit de notitie. Het College stelt zich positief op ten aanzien van een aantal punten, maar de inzet om daarbij te faciliteren, bv. door een actief acquisitiebeleid te gaan voeren of door ondersteunend te zijn aan initiatieven is nauwelijks aanwezig. Zelfs van duurzaam elektrisch varen op de grachten is men tegenstander, wat de door ons allen beoogde waterverbinding sowieso een vruchteloze actie zou hebben gemaakt. De brief is terughoudend en afhoudend op een aantal punten. Wij hebben de indruk dat College en ambtenaren erg geregeerd worden door bezuinigingen en daardoor geen oog lijken te hebben voor kansen, die je toch kunt voorbereiden voor het moment dat de tijden weer beter worden.
Al met al achten wij de oogst van alle ideeën uit het stadslab en de notitie dus mager. Wij beraden ons nog op de te nemen stappen. In elk geval belet het ons echter niet om op volle kracht door te gaan met onze wateragenda.
Wij hopen u voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet
Peter Kiela
Voorzitter expertise platform Water
Naar aanleiding van bovenstaand bericht verscheen op 4 augustus het artikel "Geen elektrisch varen op grachten" in het AD.
Opmerking
Welkom bij
Water weblog
© 2024 Gemaakt door Guido. Verzorgd door
Je moet lid zijn van Water weblog om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Water weblog